Deze week heb ik genoten van de achtdelige podcast Wind of Change van de Amerikaanse onderzoeksjournalist Patrick Radden Keefe. Een vriend met connecties bij de CIA had Keefe ooit verteld dat de monsterhit Wind of Change van de Duitse rockband Scorpions eigenlijk door de CIA geschreven is. Het nummer uit 1990 zou een middel zijn geweest om de atmosfeer onder jongeren in het Oostblok ten gunste van het Westen te beïnvloeden. Dit verhaal liet Keefe niet meer los en na jaren van research nam hij zijn fascinerende podcast op. Wie van spionage, Mission Impossible, rockmuziek of gewoon goede verhalen houdt, zal ervan smullen. Lees verder
Auteur: Mark-Jan Zwart
Leven in Lunapark
In de zomer van 1936 verrees op de boulevard van Scheveningen het Lunapark. De monumentale toegangspoort tot het park was al van verre te zien en de grootste attractie, een bergbaan uit Engeland, stak boven de duinen uit. ’s Avond werd het park verlicht door honderden elektrische lampjes die het publiek naar binnen lokten.
Ook de zestienjarige Willem Zwart struinde op die zwoele avonden met zijn vrienden en vriendinnen over de boulevard. Samen noemden zij zich de Happiërs. Hoewel zij zeiden het ‘onchristelijke’ Lunapark te mijden, werden zij onweerstaanbaar aangetrokken door de bedrijvigheid in hun dorp dat was omgetoverd tot een mondain kuuroord voor de rijken.
Lees verderEen kleine Forrest Gump van bezet Nederland
In de afgelopen maanden heb ik de oorlogsjaren van mijn opa zo goed mogelijk uitgezocht. Nu mijn zoektocht zijn einde nadert en ik het geheel overzie, krijg ik steeds meer de indruk dat mijn opa een kleine Forrest Gump van bezet Nederland is geweest. Hij was een doodgewone jongen met een doodgewoon verhaal dat overal net even de belangrijkste gebeurtenissen uit de bezettingsjaren aantikt.
Waar is de boze man?
In de jaren vijftig van de twintigste eeuw schreef de Amerikaanse scenarist Reginald Rose Twelve Angry Men. Het stuk is even eenvoudig als geniaal. Twaalf juryleden krijgen de opdracht van de rechter om te oordelen over een tiener die verdacht wordt van de moord op zijn vader. ‘Het is aan jullie om feiten en verzinsels te scheiden. Eén man is dood. Het leven van een ander staat op het spel. Als er gerede twijfel is aan de schuld van de verdachte, zullen jullie hem onschuldig moeten verklaren. Maar wanneer er geen twijfel is, moet hij schuldig worden verklaard. Wat jullie ook beslissen, het oordeel moet unaniem zijn.’ Zo klinken de woorden van de onzichtbare rechter als het doek is opgetrokken.
Twaalf mannen betreden het toneel en scharen zich rond de jurytafel. Al snel blijkt dat zij niet van plan zijn om lang over de zaak te praten. Het is snikheet en iedereen heeft andere dingen te doen. Bovendien is de zaak duidelijk. De onderbuurman heeft de jongen horen schreeuwen en zien wegvluchten. De overbuurvrouw heeft de moord zien plaatsvinden. Het gebruikte wapen is zeldzaam en daarbij is de moord ook nog gepleegd in een achterbuurt. Daar wonen de mensen die zulke dingen doen. De juryleden besluiten direct te stemmen over de schuld van de jongen. Elf handen gaan omhoog voor schuldig. Eén hand gaat omhoog voor onschuldig. Lees verder
Wat nou als de meeste mensen deugen?
Waarom De meeste mensen deugen van Rutger Bregman mij intrigeerde, kon ik bij aanvang van het lezen niet goed uitleggen aan een vriend die voor zichzelf geen reden zag om het boek te lezen. Nog voordat ik deze vraag voor mijzelf had kunnen beantwoorden, had ik het boek al uit. Hoewel het een stevig boek lijkt, leest het weg als een meeslepende roman. Niet alleen de soepele zinnen en de korte hoofdstukken, maar ook de wijze waarop Bregman vertelt, maken dit boek tot een ware pageturner. Het is niet vreemd dat er inmiddels al meer dan 120.000 exemplaren van zijn verkocht. De geur van warme broodjes is nou eenmaal onweerstaanbaar.
Het boek met de ondertitel Een nieuwe geschiedenis van de mens voerde mij terug naar de boeiende colleges Wereldgeschiedenis op de lerarenopleiding. Met dezelfde onbeschaamdheid waarmee wij destijds meer-dan-levensgrote, historische vragen optilden om de huidige toestand van de mens te verklaren, heeft Bregman een smakelijk allegaartje van talloze onderzoeken, publicaties en prachtige verhalen gekookt. In zijn boek dist hij zijn lezers een heerlijk nieuw mensbeeld op dat fantastisch ruikt, heerlijk smaakt en een overdadig gevoel nalaat. Toch kun je bijna niet geloven wat je hebt geproefd.
De stoere collega
Wie in het onderwijs werkt, kent hem wel: de stoere collega. Wanneer jij in de ochtendpauze naar het koffieapparaat strompelt alsof je er al een hele werkweek op hebt zitten en jij je beklaagt over het vreselijke lesuur dat je net hebt gehad met die ene klas, moet de stoere collega aan iedereen laten horen hoe goed hij juist met die klas kan werken. ‘Maar ze blijven maar in discussie gaan en voeren verder niets uit,’ verzucht je somber starend naar het bruine straaltje dat in het kartonnen bekertje spettert. ‘Ik ga nooit met leerlingen in discussie,’ beweert de stoere collega ferm, daarmee ook suggererend dat er bij hem in de les altijd hard gewerkt wordt. Moedeloos ga je aan de andere kant van de docentenkamer zitten, ver weg van de stoere collega. Je had graag nog gevraagd hoe je nog een uur met die klas moest doorkomen, maar het heeft eigenlijk geen zin meer. Lees verder
Het geheim in het lijden
Op een zondagavond toen ik tien of elf jaar was, zag ik de koster onze kerkzaal binnenkomen. Hij liep in een rechte lijn naar de vrouw in de rij voor mij, hurkte bij haar neer en sprak enkele woorden met haar. De vrouw verschoot van kleur, raapte haastig haar spullen bij elkaar en verliet de ruimte. De dienst begon en ik vergat al snel wat er gebeurd was, misschien omdat ik geboeid werd door de preek of omdat ik in gedachten bezig was met de vraag wat PSV die middag had gedaan. Die zondagavond zou het er echter niet meer van komen om Studio Sport te kijken. Thuis riepen mijn ouders mij bij zich. Ze wilden even met mij te praten. Lees verder
Beste Twan
Beste Twan,
In mijn map met concepten trof ik een onafgemaakt bericht. Het heeft inmiddels alle nieuwswaarde verloren, maar dat maakt het in ons geval misschien juist wel waardevol. Weet je wat, ik post het gewoon alsnog.
Begin vorig jaar kruisten onze wegen elkaar toevallig. Ik fietste de Nieuwe Amstelbrug af en jij stak vanaf de Weesperzijde over. Het was een stormachtige dag. De wind rukte aan je haren die normaal gesproken zo keurig gekamd zijn. Een paar slierten haar zaten tegen je bezwete voorhoofd geplakt. Omdat ik vaart maakte en jij hardliep, kon ik een botsing nog net voorkomen. Ik herkende je meteen. Jij was toen dan ook een van de beste anchors van ons land, een inspirerende verslaggever en een scherpe interviewer. Waarschijnlijk heb je mij niet eens gezien. Dat geeft ook niet. Ik was slechts een van jouw vele kijkers. Lees verder
De steen en de hovenier
Een kleine paasgeschiedenis
Er was een relletje ontstaan in de familie over de grafsteen, of eigenlijk over het ontbreken ervan. Mijn vader had mijn moeder laten beloven dat zij geen geld zou uitgeven aan een grafsteen. ‘Geef geen eer aan de dood,’ had hij gezegd. Toen vonden wij dat allemaal prima. Later misten sommigen van ons toch een tastbaar aandenken op zijn laatste rustplaats. Ik ook. Voorzichtig bracht ik het daarom eens ter sprake, maar dat viel niet in goede aarde. Niemand wilde ingaan tegen de laatste wens van mijn vader. Ik eigenlijk ook niet. We hebben het verder maar laten rusten.
Een graf zonder markering bleek echter verdraaid lastig te vinden. Met in mijn hand een eigen steen, gevonden langs de rand van de parkeerplaats, zwierf ik over de begraafplaats. Ik wist aanvankelijk zeker waar mijn vader begraven lag. Thuis had ik een brief van de gemeente waarop het grafnummer stond. O-231. Over het water, gelijk links, in de derde rij. Daar was ik dus ook naar toe gelopen. Er bleek inmiddels iemand anders te liggen. Lees verder
Taal als de avontuurlijke buitenkant van het denken
Over het nut van grammaticaonderwijs in het schoolvak Nederlands
Een van mijn mooiste herinneringen aan taal heb ik als kind opgedaan tijdens een zomerkamp. Er was een speurtocht georganiseerd waarin wij papiersnippers moesten vinden die een geheimtaal bleken te bevatten. Ik weet vooral nog het plezier dat ik beleefde aan het ontrafelen van dit mysterie. Eerst kreeg ik beetje bij beetje door hoe de woorden waren gevormd en vervolgens kon ik ontdekken hoe de zinnen waren opgebouwd. Dit gepuzzel met taal vond ik een groter avontuur dan de hele speurtocht die eraan vooraf was gegaan. Het gevoel van triomf toen ik de tekst had ‘vertaald’, staat mij dan ook nog helder voor de geest. Zo moet Jean-François Champollion zich hebben gevoeld toen hij het Egyptische hiërogliefenschrift wist te ontcijferen aan de hand van de beroemde Steen van Rosetta.
Lees verder