In het Rijksmuseum hangt een zelfportret van Rembrandt waarop hij zich heeft afgebeeld als de apostel Paulus. Hoewel Rembrandt zich wel vaker als historische persoon portretteerde, is dit voor zover wij weten de enige keer dat hij zich als een Bijbelse persoon heeft afgebeeld. Het is veelzeggend dat Rembrandt hierbij juist voor de apostel Paulus heeft gekozen. Naar zijn motief hiervoor kunnen wij alleen maar raden. Identificeerde hij zich wellicht met de broze ouderdom van de veelgeplaagde apostel? Dat de schilder en de geschilderde in dit schilderij tot één persoon samenvloeien, maakt het hoe dan ook tot een fascinerende afbeelding. Naar wie kijken wij hier werkelijk? Naar de meesterschilder Rembrandt? Naar de apostel Paulus? Of kijken wij misschien veel meer naar onszelf dan wij in eerste instantie denken?
Dit jaar las ik twee biografieën van de apostel Paulus. De eerste was Paulus. Een leven tussen Jeruzalem en Rome (2012) van classicus Fik Meijer. De tweede was Paulus. Een biografie (2018) van de Engelse theoloog Tom Wright. Het lijkt een gewoonte te worden om beide schrijvers samen te lezen, want dat deed ik ook met hun boeken over Jezus, wat toen tot een boeiende samenspraak leidde. Omdat zowel Fik Meijer als Tom Wright er niet voor terugdeinzen om een scherp beeld te tekenen van de apostel, was het ook deze keer de moeite waard om een vergelijking te maken tussen hun boeken. Paulus is dan ook bij uitstek een figuur die historici en theologen kan samenbrengen. Wellicht was Paulus zelfs wel de meest invloedrijke persoon uit de klassieke oudheid. Wie heeft zo’n grote stempel gedrukt op de westerse geschiedenis als hij? Het antwoord op deze vraag vormde recent nog het uitgangspunt voor het boek Heerschappij van Tom Holland.
Een biografie schrijven is een hachelijke onderneming. Als de schrijver niet oppast, geeft hij de hoofdpersoon al snel de contouren van zichzelf mee en eindigt de levensbeschrijving in niet meer dan een zelfportret. De beschreven gebeurtenissen zullen nog wel kloppen maar de innerlijke motieven die hieraan ten grondslag liggen, vertonen verdacht veel overeenkomsten met de waarden en normen van de biograaf zelf. Net als in het portret van Rembrandt is dan uiteindelijk niet meer te onderscheiden waar de biograaf uit het beeld verdwijnt en waar de beschreven persoon verschijnt. De afbeeldingen op de omslagen van de boeken van Fik Meijer en Tom Wright illustreren in contradictie hoe goed beide schrijvers erin zijn geslaagd om zelf uit het beeld van hun biografie te verdwijnen en de apostel Paulus tot zijn recht te laten komen. Op de omslag van Fik Meijers boek staat een laatantieke fresco waarop de apostel Paulus is te zien. Zijn kalende hoofd, kleine gestalte en zijn geheven vingers lijken overeen te komen met wat Paulus over zichzelf schrijft in zijn brieven en met het karakter dat in het Bijbelboek Handelingen van hem wordt geschetst. Op de omslag van de Nederlandstalige uitgave van Tom Wrights boek staat een van Rembrandts portretten van de apostel Paulus. Deze keer niet het portret van een breekbare Paulus, maar juist het portret van een forse Paulus wiens woeste baard, stevige gestalte en peinzende blik eerder doen denken aan Mozes dan aan Paulus.
Merkwaardig genoeg blijkt Fik Meijer ondanks zijn historisch meer betrouwbare boekomslag veel minder goed in staat te zijn om zijn eigen motieven uit het beeld te laten verdwijnen en een authentiek beeld van de apostel Paulus te schetsen. Eigenlijk gaat het bij hem al gelijk mis. In zijn inleiding neemt hij afstand van het ideaalbeeld dat zijn vader, vroeger geschiedenisleraar aan het Bonaventura Lyceum in Leiden, van de apostel Paulus had. Dat trok mijn aandacht. Niet zozeer omdat ik in mijn onderwijsloopbaan al twee keer als docent bij het Bonaventuracollege verzeild ben geraakt, maar ook omdat ik eveneens een vader heb gehad die een fervent liefhebber van de apostel Paulus was. Fik Meijer kent de antieke verhalen goed genoeg om te weten dat er alleen maar ellende van kan komen als zonen de wijze lessen van hun vaders in de wind slaan.
Vanuit dit misschien wel onzuivere motief begint Fik Meijer aan zijn biografie. Met zijn aanstekelijke schrijfstijl schildert hij prachtige historische, geografische en maritieme achtergronden. Daarbij is hij echter voortdurend kritisch op de (vroeg)christelijke overlevering. Zeker van de passages waarin God ingrijpt in het verhaal wil Fik Meijer niets weten. De interventies van de Heilige Geest die in het leven van Paulus zo’n belangrijke rol speelden, redeneert Fik Meijer met een lichte arrogantie weg. Daartegenover permitteert hij zich echter wel de vrijheid om aan Paulus motieven toe te schrijven die werkelijk nergens op gebaseerd lijken te zijn. Zo zou Paulus vanwege zijn vermeende bewondering voor Alexander de Grote geïnspireerd zijn om de oversteek naar Macedonië te maken. Hier kijken we toch echt naar een portret dat meer wegheeft van de greacofiel Fik Meijer dan van de apostel Paulus zelf.
De Paulus die Fik Meijer in zijn biografie schildert, is een eigenzinnige, onsympathieke man die wordt gedreven door eerzucht en bewijsdrang jegens de andere apostelen en die zich daarmee eigenlijk tot een bespottelijke vertoning maakt. Met een bijna sardonisch genoegen laat Fik Meijer Paulus bijvoorbeeld afgaan in Athene. Hierin is opnieuw vooral Fik Meijers tomeloze bewondering voor het klassiek-Griekse erfgoed te herkennen. Dat hij daarbij minder moeite doet om de motieven van de Joodse apostel Paulus grondig te onderzoeken doet afbreuk aan de geloofwaardigheid van zijn biografie. Zelfs van Paulus’ cruciale bekeringservaring op de weg naar Damascus weet Fik Meijer een list te maken die Paulus zou hebben opgezet om op gelijke hoogte te komen met de apostelen in Jeruzalem. Als zijn vader ook maar een beetje op de mijne heeft geleken, stond Fik waarschijnlijk een geduchte uitbrander te wachten toen zijn boek verscheen.
In het boek van Tom Wright ontmoeten wij een hele andere Paulus. Natuurlijk kan niet ontkend worden dat Paulus een eigenzinnige man was. Hij had een stevige mening en hij kon daar moeilijk over zwijgen. De verbittering met missiegenoot Barnabas (die trouwens ontstond vanwege mijn naamgenoot Johannes Markus) was hiervan misschien wel het trieste gevolg. Tom Wright oppert op basis van de tekst dat Paulus na dit conflict voor enige tijd doelloos ronddwaalde door Klein-Azië, terwijl de Heilige Geest hem van alles verhinderde. Misschien was dit wel een afkoelingsperiode om hem duidelijk te maken wat er gebeurt als je overhaast en boos beslissingen neemt. Hoe het ook zij, van de zucht naar persoonlijke roem die Fik Meijer schetst, is niets te ontdekken in het beeld dat Tom Wright van Paulus geeft. Integendeel zelfs. Terwijl in de Romeinse cultuur de cursus honorum, een lijst van eervolle verrichtingen, hoog aangeschreven stond, lezen wij hoe Paulus in zijn brieven van zichzelf juist een cursus pudorum, een schandelijst van zwakten en falen, opstelt. Daarbij vormde een omgekeerde corona muralis, een militaire onderscheiding voor de soldaat die bij een aanval als eerste over de muur kwam, het ironische hoogtepunt toen Paulus als eerste over de muur van Damascus kwam. Niet om aan te vallen maar om te vluchten.
Een goed boek over Paulus gaat over Jezus. Hij was de grote drijfveer van de apostel. Zonder Jezus hadden wij nooit van Paulus gehoord, omdat zonder Hem Paulus nooit gemotiveerd was geweest tot het maken van zijn reizen, tot het prediken van zijn boodschap of tot het schrijven van zijn brieven. Dit motief is de ziel van het boek van Tom Wright. Fik Meijer lijkt dit punt echter volledig te hebben gemist, omdat hij te druk bezig blijft om Paulus als een eerzuchtige risee te doen verbleken tegen de imposante achtergrond van de Grieks-Romeinse cultuur. Hierbij lijkt Fik Meijer te zijn vergeten om een stevige analyse te maken van de werkelijke motieven van de apostel aan de hand van diens eigen brieven. Voor het gemak ontzegt Fik Meijer aan Paulus van maar liefst zes van diens dertien brieven het auteurschap en zet hij ook nog eens vraagtekens bij de authenticiteit van de brieven die overblijven. Zo is het inderdaad niet moeilijk meer om een zelfportret van Paulus te schilderen. Eerlijk is eerlijk, Fik Meijer schrijft dan ook in zijn inleiding dat zijn boek een weergave is van zijn persoonlijke ideeën over de apostel Paulus. Zo zullen we zijn biografie dan ook moeten lezen en op die merites zullen we het vervolgens moeten beoordelen.
De grootste verdienste van de apostel Paulus is wel geweest dat hij zich er maximaal voor heeft ingespannen om gelovigen uit de Joden en uit de niet-Joden in één gemeenschap samen te binden. Joden die in Jezus de lang beloofde Messias herkenden, moesten niet gedwongen worden om hun joodse gebruiken en identiteit op te geven, maar niet-Joden die geloofden dat de Joodse verlosser ook hun verlosser was, moesten niet gedwongen worden om de joodse identiteitskenmerken, zoals de besnijdenis en de sabbat, over te nemen. De verbondenheid met Jezus was alles wat nog telde. Tom Wright werkt dit sleutelprincipe in het denken van de apostel Paulus uitgebreid uit in zijn biografie. Paulus voorzag volgens Tom Wright het gevaar dat er een nieuwe generatie volgelingen van Jezus zou opgroeien die dachten dat hun geloof toevallig in de Joodse wereld was begonnen maar nu een geheel heidens verschijnsel was geworden. Het gevaar bestond dat deze nieuwe generatie zou concluderen dat God definitief afscheid had genomen van de Joden. De naderende verwoesting van de tempel in Jeruzalem, die uiteindelijk in 70 plaatsvond, verklaarde volgens Tom Wright de haast die Paulus had om gemeenschappen van Joden en niet-Joden te stichten. De verwoesting van de tempel zou tot triomf van de christenen over de Joden kunnen leiden (het Jodendom heeft afgedaan, het christendom is de nieuwe religie) maar ook verwijt van de Joden jegens de christenen kunnen betekenen (de verwoesting van de tempel is te wijten aan de afkering van de besnijdenis en van de Tora). Gemeenschappen van Joden en niet-Joden die hun ware identiteit in Jezus hadden gevonden konden deze onderlinge verwijdering voorkomen.
Het spreekt voor Fik Meijer dat hij aan het einde van zijn boek de latere opkomst van het theologisch antisemitische nog benoemt en ook opmerkt dat dit geheel tegen de wil van Paulus zou zijn geweest. Het is jammer dat hij dit niet net als Tom Wright als een motief in zijn biografie heeft verwerkt. Het zou zijn Paulus een stuk geloofwaardiger, begrijpelijker en ook sympathieker hebben gemaakt. Fik Meijer besteedt overigens wel ruimschoots aandacht aan de prominente rol die Paulus aan vrouwen toebedeelde in de gemeenschappen die hij stichtte. Tom Wright benoemt dit weliswaar, maar hij werkt dit voor die tijd revolutionaire punt nauwelijks uit. Zo is er toch nog een detail in het Paulusportret van Fik Meijer dat de moeite van het bekijken waard is. Als ik echter moest kiezen welk portret ik zou ophangen in mijn studeerkamer, dan kies ik zonder twijfel voor het Paulusportret van Tom Wright en niet voor het zelfportret van Fik Meijer.