Leven

Grappen van God

Kunnen wij kiezen om te leven of te sterven? Deze vraag vormt een belangrijk motief in de film Breathe (2017). De film is gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Robin Cavendish, die op achtentwintigjarige leeftijd besmet raakt met het poliovirus en vanaf zijn nek verlamd raakt. Van de ene op de andere dag verandert Robin van een energieke levenslustige man in een zogenaamde responaut, iemand die afhankelijk is van een beademingsapparaat. Hoewel zijn vrouw Diana hem iedere dag opzoekt en hem probeert op te vrolijken met hun pasgeboren zoon Jonathan (die de film overigens heeft geproduceerd), raakt Robin in een diepe depressie. Hij wil niets liever dan sterven en hij vervloekt het apparaat dat hem in leven houdt. Zijn vrouw wil echter niets van zijn wens om te sterven weten. Haal me dan tenminste weg uit dit ziekenhuis, smeekt Robin. Dat is het begin van een prachtig verhaal. Diana koopt een groot landhuis, schakelt vrienden in en tegen de uitdrukkelijke wil van de ziekenhuisdirecteur in haalt zij Robin met beademingsapparaat en al weg uit het ziekenhuis. Vanaf dat moment is niets te gek meer. Een vriend ontwerpt een rolstoel met een beademingsapparaat dat op een accu werkt, zodat Robin weer naar buiten kan. Een bus wordt verbouwd en Robin kan overal heen gereden worden. Wanneer Jonathan oude foto’s ziet uit de tijd die zijn vader doorbracht in Afrika, besluit het gezin ook weer te gaan reizen. Kunnen wij kiezen om te leven of te sterven? Jazeker, meent Diana, en ik kies om te leven.

Lees verder

De ironische cultus van Instagram

Enkele jaren geleden speelde ik met de gedachte om ook een profiel op Instagram aan te maken. Ik besprak deze overweging met mijn leerlingen en hun onmiddellijke reactie verraste mij. ‘Doe maar niet, meneer. U gaat niet ontkomen aan porno op Instagram.’ De waarschuwing was even kernachtig als verontrustend. Wat betekent het als jongeren waarschuwen voor een platform waarop zich het grootste gedeelte van hun sociale leven afspeelt? Bedoelden mijn leerlingen dat Instagram een jongerending is dat ik toch niet zou begrijpen? Of uitten zij indirect een noodkreet over het negatieve effect dat Instagram op hun leven heeft?

Deze week verscheen in Vrij Nederland het artikel Hoe digitale droomvrouwen de werkelijkheid in de weg zitten. Journalist Doortje Smithuijsen sprak met twaalf jongens tussen de 19 en 35 jaar over Instagram. In haar essay beschrijft zij hoe vrouwen op Instagram deelbare producten zijn geworden en, wat nog veel ingrijpender is, hoe vrouwen in het echt steeds meer tegenvallen omdat zij niet voldoen aan het typische beeld dat Instagram van hen geeft. Het artikel bevestigt mijn vermoeden dat de reactie van mijn leerlingen ten diepste toch vooral een noodkreet was. Instagram lijkt een nieuwe stap in de teloorgang van onze cultuur en ons mensbeeld te zijn.

Lees verder

Het geheim in het lijden

Op een zondagavond toen ik tien of elf jaar was, zag ik de koster onze kerkzaal binnenkomen. Hij liep in een rechte lijn naar de vrouw in de rij voor mij, hurkte bij haar neer en sprak enkele woorden met haar. De vrouw verschoot van kleur, raapte haastig haar spullen bij elkaar en verliet de ruimte. De dienst begon en ik vergat al snel wat er gebeurd was, misschien omdat ik geboeid werd door de preek of omdat ik in gedachten bezig was met de vraag wat PSV die middag had gedaan. Die zondagavond zou het er echter niet meer van komen om Studio Sport te kijken. Thuis riepen mijn ouders mij bij zich. Ze wilden even met mij te praten. Lees verder

Beste Twan

Beste Twan,

In mijn map met concepten trof ik een onafgemaakt bericht. Het heeft inmiddels alle nieuwswaarde verloren, maar dat maakt het in ons geval misschien juist wel waardevol. Weet je wat, ik post het gewoon alsnog.

Begin vorig jaar kruisten onze wegen elkaar toevallig. Ik fietste de Nieuwe Amstelbrug af en jij stak vanaf de Weesperzijde over. Het was een stormachtige dag. De wind rukte aan je haren die normaal gesproken zo keurig gekamd zijn. Een paar slierten haar zaten tegen je bezwete voorhoofd geplakt. Omdat ik vaart maakte en jij hardliep, kon ik een botsing nog net voorkomen. Ik herkende je meteen. Jij was toen dan ook een van de beste anchors van ons land, een inspirerende verslaggever en een scherpe interviewer. Waarschijnlijk heb je mij niet eens gezien. Dat geeft ook niet. Ik was slechts een van jouw vele kijkers. Lees verder

De steen en de hovenier

Een kleine paasgeschiedenis

Er was een relletje ontstaan in de familie over de grafsteen, of eigenlijk over het ontbreken ervan. Mijn vader had mijn moeder laten beloven dat zij geen geld zou uitgeven aan een grafsteen. ‘Geef geen eer aan de dood,’ had hij gezegd. Toen vonden wij dat allemaal prima. Later misten sommigen van ons toch een tastbaar aandenken op zijn laatste rustplaats. Ik ook. Voorzichtig bracht ik het daarom eens ter sprake, maar dat viel niet in goede aarde. Niemand wilde ingaan tegen de laatste wens van mijn vader. Ik eigenlijk ook niet. We hebben het verder maar laten rusten.

Een graf zonder markering bleek echter verdraaid lastig te vinden. Met in mijn hand een eigen steen, gevonden langs de rand van de parkeerplaats, zwierf ik over de begraafplaats. Ik wist aanvankelijk zeker waar mijn vader begraven lag. Thuis had ik een brief van de gemeente waarop het grafnummer stond. O-231. Over het water, gelijk links, in de derde rij. Daar was ik dus ook naar toe gelopen. Er bleek inmiddels iemand anders te liggen. Lees verder

Rivier van leven

Ieder jaar trekken wij vanuit onze woonplaats een iets langere straal Europa in en plaatsen op de kaart een stip, waar wij onze vakantie willen doorbrengen. Zo belandden wij dit jaar in Kroatië. Niet aan de toeristische kust, maar in een prachtig dorpje in het binnenland op de grens tussen Kroatië en Slovenië. De tuin van ons vakantiehuis grenst aan de idyllische rivier Kupa, die vijfenzeventig kilometer verderop in het Gorskigebergte ontspringt en na driehonderd kilometer in de Sava stroomt en via de Donau uiteindelijk in de Zwarte Zee uitmondt. De Kupa vormt nu de natuurlijke grens tussen Slovenië en Kroatië. In het verleden scheidde de rivier het westerse Habsburgse Rijk en het oosterse Osmaanse Rijk. De rivier in onze achtertuin symboliseert zo een belangrijke scheur in de wereldgeschiedenis. Wie profetisch kijkt, ziet het ene ijzeren been van Nebukadnezars beeld op de linker en het andere op de rechter oever van de rivier staan. Lees verder

Weg met die mening op mijn mouw!

Dit jaar reis ik met Geert Mak door het Europa van de twintigste eeuw. Gisteren stonden wij in Londen stil bij de dood van Emily Davison in 1913. Zij was een van de Suffragettes, een heuse terreurbeweging van geradicaliseerde vrouwen die zich inzetten voor vrouwenrechten. ‘Rebellie tegen tirannen is gehoorzaamheid aan God,’ kerfde Emily in de muur van haar gevangeniscel. Kort daarna wierp zij zich voor de aanstormende paarden tijdens de Epsom Derby. Vier dagen later stierf zij aan haar verwondingen. Haar zinloze dood irriteert mij. Lees verder

Kiwi en het land van de kikkers

De enige mogelijkheid zou dus zijn dat wij haar zelf ombrengen. Het idee flitste door mijn gedachten. Niet dat ik het werkelijk van plan was, maar alleen zo drong de eigenlijke betekenis van onze vraag tot mij door.

kiwiKiwi is een poesje van ongeveer vijf maanden oud. Ze is speels, een beetje ondeugend en vooral erg onbesuisd. Zij verblijft graag in ons gezelschap en dat heeft gisteren tot een klein drama geleid. Toen onze oudste dochter vertrok op de fiets, lag Kiwi in één van haar schuilplekken op de loer. Normaal zien wij haar lichtbruine neus altijd afsteken tegen haar donkere schildpadprint in de schaduw van de struiken, wat haar geloer een komisch effect geeft. Deze keer had niemand haar gezien. Toen de fiets vaart maakte, schoot Kiwi uit de struiken en vol enthousiasme wierp zij zich tussen de spaken van het voorwiel met als gevolg dat haar linkerdijbeen brak als een dor takje. Lees verder

De wereld in mijn achtertuin

Voor de laatste keer verlaat ik de gevangenis. Het ‘kamp’, zoals wij de noodopvang voor vluchtelingen zijn gaan noemen, is nagenoeg leeg. De schoonmakers verzamelen het laatste beddengoed. De meeste kamers zijn al leeggemaakt en afgesloten. Met een gevoel van weemoed passeer ik de dichte deur van kamer 16. Ik mis mijn Iraanse vrienden. In gedachten zie ik hun verschijningen door de gangen dwalen. Kamerdeuren zwaaien open. Er klinkt gelach. Mannen begroeten elkaar met een joviale omhelzing. Op deze gang hebben Syriërs, Afghanen, Palestijnen en Iraniërs maandenlang als vrienden met elkaar samengeleefd en ik mocht hier deel van uitmaken. Lees verder