Verlossing en Het gouden ei

Het is dit jaar veertig jaar geleden dat Het gouden ei van Tim Krabbé verscheen. Wie het boek heeft gelezen, kan geen tankstation langs de snelweg passeren zonder af en toe terug te denken aan Saskia Ehlvest. Dat zal voor menig Nederlander gelden, want de titel prijkt al vanaf de jaren tachtig bovenaan de boekenlijsten van middelbare scholieren. En dat is begrijpelijk. Het is een dun boek, aantrekkelijk geschreven en het verhaal belooft de lezer een mokerslag uit te delen. Voor docenten Nederlands is het ook een handig boek om te gebruiken in de les, omdat vrijwel alle elementen van verhaalanalyse erin voor het oprapen liggen. Er is een overdaad aan motieven te ontdekken, het vertelspel met chronologie en perspectief houden de spanningsboog strak gespannen en wie van een benzinestation een onvergetelijke plek weet te maken, snapt hoe ruimte in een verhaal werkt. Toch is Het gouden ei meer dan een schoolvoorbeeld van literaire techniek. Achter het verhaal schuilt een werkelijkheid die wij allemaal herkennen.

Lees verder

Tranen uit Golan

Makkelijke meningen bestaan niet. Dat bleek vandaag maar weer toen Nur, een Syrische leerlinge, hartgrondig begon te huilen in mijn les. Enkele weken geleden had Nur al laten vallen dat iedereen Israël haat. Ik had haar opmerking voorlopig gelaten voor wat die was. Toen ik vandaag de situatie in Israël besprak, hield Nur zich echter afzijdig. Ik hoorde haar wel binnensmonds verwensingen uiten aan het adres van Netanyahu en Israël, maar daar bleef het bij. Totdat ik de gegijzelde Israëli’s noemde. ‘Dat zijn slechte mensen,’ riep Nur. De klas reageerde verontwaardigd. Toen ik Nur bevroeg over haar opmerking, bond zij in maar zij begon ook te vertellen over haar woonplaats in Golan, dat altijd aan haar volk had toebehoord maar nu gebied van Israël is, en over de wereldwijde haat tegen Arabieren sinds 9/11.

Lees verder

Grappen van God

Kunnen wij kiezen om te leven of te sterven? Deze vraag vormt een belangrijk motief in de film Breathe (2017). De film is gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Robin Cavendish, die op achtentwintigjarige leeftijd besmet raakt met het poliovirus en vanaf zijn nek verlamd raakt. Van de ene op de andere dag verandert Robin van een energieke levenslustige man in een zogenaamde responaut, iemand die afhankelijk is van een beademingsapparaat. Hoewel zijn vrouw Diana hem iedere dag opzoekt en hem probeert op te vrolijken met hun pasgeboren zoon Jonathan (die de film overigens heeft geproduceerd), raakt Robin in een diepe depressie. Hij wil niets liever dan sterven en hij vervloekt het apparaat dat hem in leven houdt. Zijn vrouw wil echter niets van zijn wens om te sterven weten. Haal me dan tenminste weg uit dit ziekenhuis, smeekt Robin. Dat is het begin van een prachtig verhaal. Diana koopt een groot landhuis, schakelt vrienden in en tegen de uitdrukkelijke wil van de ziekenhuisdirecteur in haalt zij Robin met beademingsapparaat en al weg uit het ziekenhuis. Vanaf dat moment is niets te gek meer. Een vriend ontwerpt een rolstoel met een beademingsapparaat dat op een accu werkt, zodat Robin weer naar buiten kan. Een bus wordt verbouwd en Robin kan overal heen gereden worden. Wanneer Jonathan oude foto’s ziet uit de tijd die zijn vader doorbracht in Afrika, besluit het gezin ook weer te gaan reizen. Kunnen wij kiezen om te leven of te sterven? Jazeker, meent Diana, en ik kies om te leven.

Lees verder

In de Willemstraat

Gisteravond nam onze jongste dochter mij mee naar de première van de voorstelling In de Willemstraat van Productiehuis Alphen. De kunstvorm van het (amateur)toneel was wennen. De teksten waren wat uitleggerig en het duurde even voordat de acteurs veranderden in echte personages. Maar naarmate de voorstelling vorderde, merkte ik hoe krachtig juist deze kunstvorm is om dit verhaal te vertellen. Alles was ontdaan van valse emoties en ik kwam aan tafel te zitten bij doodgewone mensen die buitengewone dingen hebben gedaan.

Lees verder

Tasten naar God

Bestaat God? En kunnen wij dat beredeneren? Ja, meende Anselmus van Canterbury (1033-1109). Als God het hoogst denkbare is, dan moet Hij wel bestaan. Niet kunnen denken dat iets niet bestaat (pas op voor de dubbele ontkenning…) is namelijk groter dan wel kunnen denken dat iets niet bestaat. Aangezien bestaan weer groter is dan denken aan bestaan en God het hoogst denkbare is, moet Hij wel bestaan. Kort gezegd: als wij aan het bestaan van God kunnen denken, bestaat Hij ook.

Lees verder

Verbinding met de ene werkelijkheid

De coronacrisis heeft een lelijke scheur tussen kerk en samenleving blootgelegd. Kerkgangers die journalisten gewelddadig verjagen, drukbezochte marathonkerstdiensten en gelovigen die triomfantelijk wijzen op de scheiding tussen kerk en staat om vervolgens hun eigengereide gang te gaan – het onthult een vreemd dualisme dat het denken van veel christenen is gaan beheersen, waarin kerk en samenleving tot twee verschillende werelden zijn verworden.

Lees verder

De ironische cultus van Instagram

Enkele jaren geleden speelde ik met de gedachte om ook een profiel op Instagram aan te maken. Ik besprak deze overweging met mijn leerlingen en hun onmiddellijke reactie verraste mij. ‘Doe maar niet, meneer. U gaat niet ontkomen aan porno op Instagram.’ De waarschuwing was even kernachtig als verontrustend. Wat betekent het als jongeren waarschuwen voor een platform waarop zich het grootste gedeelte van hun sociale leven afspeelt? Bedoelden mijn leerlingen dat Instagram een jongerending is dat ik toch niet zou begrijpen? Of uitten zij indirect een noodkreet over het negatieve effect dat Instagram op hun leven heeft?

Deze week verscheen in Vrij Nederland het artikel Hoe digitale droomvrouwen de werkelijkheid in de weg zitten. Journalist Doortje Smithuijsen sprak met twaalf jongens tussen de 19 en 35 jaar over Instagram. In haar essay beschrijft zij hoe vrouwen op Instagram deelbare producten zijn geworden en, wat nog veel ingrijpender is, hoe vrouwen in het echt steeds meer tegenvallen omdat zij niet voldoen aan het typische beeld dat Instagram van hen geeft. Het artikel bevestigt mijn vermoeden dat de reactie van mijn leerlingen ten diepste toch vooral een noodkreet was. Instagram lijkt een nieuwe stap in de teloorgang van onze cultuur en ons mensbeeld te zijn.

Lees verder

Weten wat we wisten

In 2006 bezochten mijn ouders het voormalige concentratiekamp Mauthausen in Oostenrijk. Toen zij op een plaatselijk terras de sombere indrukken van dit bezoek probeerden te verwerken, raakten zij in gesprek met een oudere dame uit het dorp. Toen zij hoorde dat mijn ouders zojuist Mauthausen hadden bezocht, begon de dame zich onmiddellijk te verontschuldigen dat zij nicht gewusst had wat daar had plaatsgevonden. Voor de naoorlogse generatie was het excuus wir haben es nicht gewusst bijna vanzelfsprekend en tegelijkertijd werd het smalend en argwanend ontvangen. Hoe kon men niet geweten hebben van de massale slachtpartijen in de eigen achtertuin? De grauwe ruïnes van de vernietigingskampen steken nog als beschuldigende vingers uit de Europese bodem. Maar is het wel terecht dat gewone burgers van voormalig nazi-Duitsland, zoals deze vrouw, deze loden last alleen moeten dragen? Wat hebben wij, Nederlanders, eigenlijk zelf geweten? Vergeleken met andere bezette landen in West-Europa zijn uit ons land verhoudingsgewijs de meeste Joden gedeporteerd en vermoord. Ook uit onze eigen bodem steken schuldige tentakels omhoog. Als die Oostenrijkse vrouw zich zou moeten verontschuldigen, moeten de omwonenden van Westerbork of de buurtbewoners van bijvoorbeeld het Scheveningse Belgisch Park dat dan niet net zo goed doen?

Lees verder

Durf buiten de oevers te treden

De Nederlandse taal is als een rivier. Haar bedding is in de loop van de eeuwen uitgesleten, maar haar loop blijkt soms verrassend weerbarstig te zijn. Menig taalpurist houdt het water van het Nederlands nauwlettend in de gaten en slaat alarm zodra het buiten haar oevers treedt. Sommige taalgebruikers schrikken van zo’n correctie en voegen zich beschaamd weer bij de hoofdstroom, andere trekken zich er niets van aan en slijten met hun eigenzinnige taalgebruik soms zelfs een hele nieuwe rivierarm uit in het landschap. Veel taalpuristen blijven met hun correctie echter hangen op het niveau van de regel (zeg maar de stoffige bedding van de rivier), terwijl juist het niveau van de betekenis (de bruisende loop van het water) veel interessanter is.

Lees verder

Paulusportretten

In het Rijksmuseum hangt een zelfportret van Rembrandt waarop hij zich heeft afgebeeld als de apostel Paulus. Hoewel Rembrandt zich wel vaker als historische persoon portretteerde, is dit voor zover wij weten de enige keer dat hij zich als een Bijbelse persoon heeft afgebeeld. Het is veelzeggend dat Rembrandt hierbij juist voor de apostel Paulus heeft gekozen. Naar zijn motief hiervoor kunnen wij alleen maar raden. Identificeerde hij zich wellicht met de broze ouderdom van de veelgeplaagde apostel? Dat de schilder en de geschilderde in dit schilderij tot één persoon samenvloeien, maakt het hoe dan ook tot een fascinerende afbeelding. Naar wie kijken wij hier werkelijk? Naar de meesterschilder Rembrandt? Naar de apostel Paulus? Of kijken wij misschien veel meer naar onszelf dan wij in eerste instantie denken?

Lees verder