In de jaren vijftig van de twintigste eeuw schreef de Amerikaanse scenarist Reginald Rose Twelve Angry Men. Het stuk is even eenvoudig als geniaal. Twaalf juryleden krijgen de opdracht van de rechter om te oordelen over een tiener die verdacht wordt van de moord op zijn vader. ‘Het is aan jullie om feiten en verzinsels te scheiden. Eén man is dood. Het leven van een ander staat op het spel. Als er gerede twijfel is aan de schuld van de verdachte, zullen jullie hem onschuldig moeten verklaren. Maar wanneer er geen twijfel is, moet hij schuldig worden verklaard. Wat jullie ook beslissen, het oordeel moet unaniem zijn.’ Zo klinken de woorden van de onzichtbare rechter als het doek is opgetrokken.
Twaalf mannen betreden het toneel en scharen zich rond de jurytafel. Al snel blijkt dat zij niet van plan zijn om lang over de zaak te praten. Het is snikheet en iedereen heeft andere dingen te doen. Bovendien is de zaak duidelijk. De onderbuurman heeft de jongen horen schreeuwen en zien wegvluchten. De overbuurvrouw heeft de moord zien plaatsvinden. Het gebruikte wapen is zeldzaam en daarbij is de moord ook nog gepleegd in een achterbuurt. Daar wonen de mensen die zulke dingen doen. De juryleden besluiten direct te stemmen over de schuld van de jongen. Elf handen gaan omhoog voor schuldig. Eén hand gaat omhoog voor onschuldig. Lees verder