
Gouden ring Amenhotep II
Een paar jaar geleden bezocht ik het Rijkmuseum van Oudheden. Ik was toen net bezig geweest met het Bijbelboek Exodus en de vraag onder welke farao de Here God het volk Israël uit Egypte heeft geleid. Het zou kunnen dat dit onder farao Amenhotep II is geweest. Toen ik in het museum een ring van deze farao zag, moest ik een gevoel van enthousiasme onderdrukken. Wat een opwindende gedachte dat deze ring van meer dan 3400 jaar oud stamt uit de tijd van Mozes. Misschien had de farao deze ring wel om zijn vinger toen hij Mozes en Aäron aan het hof ontving.

Denarius Tiberius
Onlangs was ik in het Archeologiehuis Zuid Holland en daar had ik een soortgelijke ervaring. In de vitrines lagen een aantal munten uit de tijd van keizer Augustus. Ik raakte onder de indruk van de gedachte dat deze munten van hand tot hand gingen in de tijd van de Heer Jezus. Hij heeft als kind deze munt in Zijn handen kunnen hebben. Of misschien heeft Hij later wel een denaar met de beeltenis van keizer Tiberius in Zijn hand gehad (Mattheüs 22:19-21). In een andere vitrine lagen typische, vierkante Romeinse spijkers uitgestald. Wat een huiveringwekkende gedachte dat zulke spijkers de handen en voeten van de Heer Jezus hebben doorboord. Archeologie is een boeiend vak omdat geschiedenis plotseling tastbare werkelijkheid wordt. Archeologische vondsten laten ons verhalen voelen. Hierover lees ik momenteel in het boek De Middellandse Zee, een persoonlijke geschiedenis van Fik Meijer. ‘De populairste classicus van Nederland’ heeft de geschiedenis van de Middellandse Zee leren kennen door deze te voelen. Zo heeft hij amforen opgedoken, deelgenomen aan een expeditie om een gezonken Romeins scheepswrak uit de bodem van de Middellanse Zee op te graven en heeft hij zelfs meegevaren op een replica van een trireme, een Grieks oorlogsschip. Vooral boeiend is het hoofdstuk waarin Fik Meijer vertelt hoe hij de laatste zeereis van Paulus is nagereisd. Jammer genoeg begint hij na een paar wandelingen met zijn vrouw langs de kusten van Kreta en Malta op basis van voor mij niet overtuigende argumenten te twijfelen aan de historische betrouwbaarheid van het verslag dat Lukas doet van (met name de tweede helft van) deze zeereis. Wel raakt Fik Meijer gefascineerd door de inbedding van het zeeverhaal in de heilsboodschap.

Romeinse spijkers
Hoewel ik niet twijfel aan de historische betrouwbaarheid van de Bijbelse verslagen (met name Lukas is hierin juist bijzonder accuraat, Lukas 1:1-4), deel ik deze fascinatie van Fik Meijer voor geschiedenis. Zoals archeologie de historische gebeurtenissen tastbaar maakt, maken de historische gebeurtenissen zelf het heilsverhaal van God tastbaar. Wat een niet te vatten gedachte dat God al sinds het begin van ons bestaan ingrijpt in de geschiedenis. Dat bijvoorbeeld de vinger die uitgestoken was tegen Mozes (en feitelijk tegen God Zelf) de ring heeft kunnen dragen die nu in een museum vlak bij mijn huis ligt. God heeft echter niet alleen in de geschiedenis ingegrepen, Hij is er Zelf in binnengetreden. Wat een onbeschrijfelijke gedachte dat munten die nu in onze musea liggen in de hand van de mensgeworden God hebben kunnen liggen. Dat nu tentoongestelde spijkers door Zijn handen kunnen zijn gegaan. Dat scheepswrakken die nu op de bodem van de Middellandse Zee liggen Zijn volgelingen, zoals de apostel Paulus, hebben kunnen vervoeren.Dat maakt dat archeologie mij naar de lucht doet kijken om uit te zien naar het moment dat de Heer Jezus opnieuw zichtbaar en tastbaar binnentreedt in onze werkelijkheid en dat elk oog Hem zal zien als Hij komt met de wolken (Openbaring 1:7). Regelmatig kijk ik naar de lucht of ik Hem misschien al zie komen.
Gezien alle ontwikkelingen om ons heen zal het niet lang meer duren voordat de historische beloften uitkomen.
Hij komt!
Amen, bro!
Hij komt, zonder enige twijfel, staat er niet geschreven in de psalmen Hij komt om de aarde te richten.
WANNEER daar moeten wij niet over speculeren maar wel uitzien naar onze ZALIGMAKER
onwillekeurig speelt dan de melodie door mijn hoofd Wat een dag, wat een dag, als ik hem ontmoeten mag.
overigens fijn dat je dit schitterende artikel geplaatst hebt