In de afgelopen maanden heb ik de oorlogsjaren van mijn opa zo goed mogelijk uitgezocht. Nu mijn zoektocht zijn einde nadert en ik het geheel overzie, krijg ik steeds meer de indruk dat mijn opa een kleine Forrest Gump van bezet Nederland is geweest. Hij was een doodgewone jongen met een doodgewoon verhaal dat overal net even de belangrijkste gebeurtenissen uit de bezettingsjaren aantikt.

Mijn opa was een jaar eerder (semi)ambtenaar geworden, toen de ariërverklaring getekend moest worden. Hij woonde en werkte in Den Haag dat het zenuwcentrum van de Duitse autoriteiten was. Met een bijzondere Ausweis op zak fietste hij door het Sperrgebiet van Scheveningen. Hij werkte namelijk in de voedselvoorziening die als Nederlandse overheidsorganisatie moest laveren tussen de eisen van de onderdrukker en de wensen van de onderdrukten.
Toen de Duitse bezetters meer werk wilden maken van de nazificatie van de Nederlandse samenleving, moest mijn opa tot zijn grote ongenoegen enkele maanden dienst nemen in een potsierlijke eenheidsorganisatie te Staphorst. Precies in die maanden werden zowel uit Scheveningen als uit Staphorst de Joden gedeporteerd.
Terug in Den Haag moest mijn opa zijn best doen om uit de gevreesde Arbeitseinsatz te blijven. Ondertussen onderhield hij contact met jongens uit zijn geloofsgemeenschap die wel in Duitsland tewerk waren gesteld. De Duitse broedergemeente daar had zich al veel eerder gevoegd naar de eisen van de nazi’s, wat voor de Nederlandse jongens een ongemakkelijke situatie opleverde maar op hele andere gronden dan je zou verwachten.
Aan de hand van brieven en andere persoonlijke documenten heb ik het verhaal van de oorlogsjaren van mijn opa gereconstrueerd. In een uitgebreide inleiding plaats ik dit in een historische context. Bij mij is steeds sterker het idee gaan leven dat mijn opa ooit een persoonlijke opdracht heeft meegegeven aan mijn vader die nooit is uitgevoerd. Ik heb geprobeerd dit alsnog te doen.
Het verslag is inmiddels een klein boek geworden. Nu ik het resultaat bekijk, vraag ik me af of er wellicht meer mensen geïnteresseerd zullen zijn in de doodgewone oorlogsjaren van een Haagse jongen. Ik overweeg het manuscript op te sturen naar een uitgeverij. Wat denken jullie?
Dag Mark-Jan, bij deze inleidende woorden en beknopte uitleg bekruipt mij een groot verlangen om het hele verhaal tot mij te nemen…..
Gezien je schrijf-talent denk ik dat het een goed leesbaar geheel is geworden.
ik zie het met genoegen tegemoet.
Hartelijke groet, Cor
Leuk, Cor. Bedankt voor je reactie.
Zeker interesse om dit te lezen. Zoals Cor al schrijft is het prettig om jou schrijfstijl te lezen èn het is belangrijk dat deze verhalen niet vergeten worden!
Bedankt voor je leuke reactie, Vincent.