Ook wie niet hoort, voelt taal

Afgelopen vrijdag pleitte professor Onno Crasborn, hoogleraar aan de Radboud Universiteit, voor een breder gebruik van gebarentaal in de samenleving. In de vooraankondiging van zijn oratie, die hij natuurlijk in gebarentaal hield, wees hij erop dat niet alleen doven en slechthorenden erbij gebaat zijn als meer mensen gebarentaal gebruiken, maar ook bijvoorbeeld autistische kinderen of kinderen met het syndroom van Down. Professor Crasborn voegde zelf de daad bij het woord en lanceerde de actie gebarentaal in elke klas en riep de stichting Groots Gebaar in het leven.

HandsWie zich verdiept in gebarentaal ontdekt al snel dat het een onbekend maar fascinerend taalgebied is. Vaak worden de gebaren verward met een grappig aandoende vorm van pantomime, maar bij nader onderzoek blijkt gebarentaal een complex systeem te zijn, waarin vrijwel alle elementen van gesproken talen een plaats hebben. Het is daarom niet vreemd dat veel dove mensen zichzelf niet als gehandicapt beschouwen, maar juist als onderdeel van een talige minderheid met een eigen cultuur, die zich onderscheidt door eigen gebruiken, soms unieke artistieke uitdrukkingen en natuurlijk door een eigen taal. Taal kan weliswaar zeer polariserend werken (wie niet spreekt als ons, is niet als ons), maar uiteindelijk verbindt taal ons toch vooral. Ook wie niet hoort, voelt deze kracht van taal.

Afgelopen zomer waren wij op de pinksterconferentie Opwekking. Voorafgaand aan een van de nummers riep de zangleider een enthousiaste jongeman het podium op. Hij bleek doof te zijn en wilde het wel eens meemaken om samen met de duizenden andere aanwezigen een lied te ‘zingen’. Na een daverend applaus, eerst met klappende handen en toen (oh ja…) met wuivende handen in de lucht, begon de zaal vol overgave het nummer mee te zingen in de gebaren die de jongen eerst had voorgedaan. Ik was van plan om alles mee te doen, maar na enkele woorden stroomden de tranen over mijn wangen. Ik ‘hoorde’ plotseling mijn overleden vader na jaren weer spreken. De handvormen, de plaatsing van de handen, de bewegingen, de uitgelaten gezichtsuitdrukking – het was de taal van mijn vader, die dertig jaar lang docent is geweest op doveninstituut Effatha en het grootste deel van zijn leven Bijbelonderwijs heeft gegeven aan doven. Zelden heb ik de eigenheid van gebarentaal zo sterk ervaren en de kracht van taal zo diep gevoeld.

Ik waardeer het pleidooi van professor Crasborn. Het werk van de heilige Geest die taalbarrières doorbreekt, klinkt erin door. Ook bepaalt het ons bij het unieke wonder dat taal is. En voor mij persoonlijk brengt het kostbare herinneringen boven.

Met trillende handen zet ik mijn fiets op slot. Op woensdagmiddag haal ik mijn vader vaak op school op. Ik had gehoopt dat de grote jongens er deze keer niet zouden zijn, maar ze staan voor de deur te roken. Terwijl ik naar de grond blijf kijken, loop ik langs hen. Ze praten hard en onverstaanbaar. Ik weet dat ze doof zijn en dat dit erbij hoort. Toch vind ik hun wilde handgebaren en de kreten die ze slaken eng. Vlug schiet ik naar binnen en steek de glimmende vloer van de aula over.
Als ik door de klapdeuren ben gegaan, sta ik voor het lokaal van mijn vader. Door het glas zie ik hem al staan. De kleine ruitjes tussen het dunne metaaldraad maken blokjes van hem, waardoor zijn bewegingen er schokkerig uitzien. Ik klop en hoor mijn vader ‘ja’ roepen. Langzaam draai ik de deur open en stap naar binnen.
Zes leerlingen kijken mij zwijgend aan. Hun tafels staan in een halve cirkel rond het bureau van mijn vader, die iets staat uit te leggen voor het bord. Hij heeft de mouwen van zijn overhemd opgestroopt. Tussen zijn vingers steekt een stuk krijt.
‘Zoooooon?’
Een meisje kijkt mij aandachtig aan.
Mijn vader loopt op mij af.
‘Mijn zoooooon,’ zegt hij met overdreven klanken. Hij maakt een gebaar dat voortkomt uit zijn hart. Zijn andere hand legt hij op mijn schouder.
‘Lijkt op u.’
Het meisje strijkt met een vinger zacht over haar wang.
Het is een lief gebaar.
Mijn vader loopt terug naar het bord en vervolgt de les.
Op mijn schouder is een witte afdruk van zijn hand achtergebleven.

2 comments

  1. Mark-Jan , wat een geweldige omschrijving van deze herinnering.
    Ondanks dat het alweer een poos geleden is dat je vader overleden is, blijft hij een inspiratiebron voor mij.
    Dank dat je deze herinnering wilt delen waardoor ook voor mij weer zoveel positieve gedachten aan je vader en als vanzelfsprekend gevolg , ook aan onze Vader weer boven komen.
    Veel zegen in je buitengewoon mooie literaire werk(en).

    Hartelijke groet, Cor

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s