Alleen samen op weg

Er is een plaats waarvan ik vermoed dat daar zijn laatste reis is begonnen. Ik ben het pad gevolgd en denk zijn verse sporen te hebben gezien. Alsof hij daar nog maar net gelopen had. Een verwarrend verlangen dreef mij voort, tot aan de laatste richel, waar ik niet verder kon en hij uit het zicht verdwenen was. Daar, op die bergtop boven de verre vlakte die hij doorkruist heeft en waar ik alleen over kon uitzien, ging ik zitten en bleef wachten. Een uur op niets. Een dag op de werkelijkheid. Een week op geloof.

Lange tochten hebben mij altijd getrokken. Ik kan het nog geen reizen noemen, daarvoor ben ik meestal te dicht bij huis gebleven, maar vaak was het ver genoeg om los te komen van het vertrouwde. Te voet lukt dat niet goed en gemotoriseerd gaat mij te snel en het voertuig heeft de neiging weer een nieuw ‘thuis’ te worden. Echt loskomen op een lange tocht doe ik het allerliefst op de fiets. In de open lucht, blootgesteld aan de zon en de wind. In de afgelopen week heb ik geprobeerd om naar Brugge te fietsen. Alleen. Dat was een grotere uitdaging dan het bereiken van de bestemming of de ruim driehonderddertig kilometer die ik heb afgelegd.

The road to nowhere

Zolang ik op de fiets zat, ging het me makkelijk af. Ik was bezig met het landschap en de route, met de verschillende ponten om op de Zeeuwse archipel te komen, met de bruggen in het oosten en de dammen in het westen. Er was genoeg om het gemis van mijn vrouw en kinderen voorlopig op de achtergrond te houden. Daarbij hielden ook mijn opspelende spieren en gewrichten en natuurlijk het fietsen zelf mijn gedachten stevig vast. Maar zodra ik mijn plaats voor de nacht had opgeslagen, begon ik op te zien tegen de avond en het moment dat ik in mijn tent moest kruipen. Ergens tussen die aan elkaar genaaide doeken van nylon en linnen leek de eenzaamheid zich als een monster te verschuilen.

Voor mij waren deze drie dagen een oefening. Een oefening in loslaten en alleen-zijn. ‘Tegen eenzaamheid lijkt geen genezing te bestaan, behalve alleen-zijn’, schrijft de Amerikaanse schrijver John Steinbeck die drie maanden alleen met zijn hond door Amerika reisde. Ik herkende mij in zijn observaties. ‘In gezelschap zijn pint je vast in de tijd en wel in het heden, maar als je alleen-zijn prettig bent gaan vinden, vloeien verleden, heden en toekomst allemaal samen. Een herinnering, een gebeurtenis in het heden en een verwachting zijn alle in gelijke mate aanwezig.’ Dat is inderdaad wat er gebeurt als je alleen bent met slechts je eigen gedachten als gezelschap. Voor mij waren deze drie dagen echter meer dan dat. Voor mij was het ook een oefening in vastgrijpen en samen-zijn.

Af en toe stond ik op en slenterde over het kale plateau, langs de steile afgrond. Ik trapte soms gedachteloos een steentje over de rand. Ik hoorde het nooit afketsen of ergens in plonzen. Uit angst voor de tuimelende diepte ging ik weer zitten en bleef wachten. Een maand op troost. Een half jaar op rust. Acht maanden op vrede. Pas toen begon ik Hem langzaam op te merken. Eerst was Hij daar alleen maar, stil en aanwezig. Toen begon Hij mij bewust te maken van Zijn aanwezigheid, zachtjes en vriendelijk. En tenslotte stak Hij Zijn hand naar mij uit en vroeg: ben je bereid om terug te gaan en Mij weer te volgen, ook zonder hem?

In de afgelopen maanden ben ik erg geraakt door de Belijdenissen van de kerkvader Augustinus, die hij opent met de beroemde woorden ‘U hebt ons gemaakt tot U, en ongerust is ons hart totdat het zijn rust vindt in U’. Treffend verwoordt Augustinus hoe de mens geneigd is zich te hechten aan het voorbijgaande en het tijdelijke. Hij schrijft dit naar aanleiding van het overlijden van zijn vriend. Hij heeft bij zichzelf bemerkt dat het verdriet zo gemakkelijk en zo diep in hem was binnengedrongen, omdat hij zijn ziel ‘in het zand had uitgestort door een sterfelijk wezen lief te hebben alsof het niet sterfelijk was’. Het voorbijgaande is echter als taal, klanken en lettergrepen, waarvan het geheel belangrijker is dan de delen en de Maker van de som van alle delen is nog veel belangrijker. Zonder God blijft de mens rusteloos dolend op zichzelf aangewezen. ‘Want wat ben ik zonder U voor mijzelf dan een leidsman de diepte in?’ In God vindt de mens zijn kracht: ‘want wanneer U onze kracht bent, is het kracht, maar wanneer de kracht onze kracht is, is het zwakheid’.

Toen ik dit las, was het alsof mijn ogen open gingen. Het was alsof ik op diezelfde weg verdwaald was. Alsof ik in zekere zin zo van mijn vader had gehouden, van een sterfelijk wezen alsof hij niet sterfelijk was. Alsof ik mij ook wanhopig had vastgeklampt aan het tijdelijke en voorbijgaande en niet aan de eeuwige, onsterfelijke God. Plotseling zag ik alles weer in perspectief (‘het geheel’ waar Augustinus over schrijft) en kon ik zomaar weer genieten van de tijdelijke, voorbijgaande dingen waar ik net als Augustinus de vreugde in was kwijtgeraakt. Werkelijk alleen in God rust vinden en in Zijn eeuwige, onsterfelijke licht ontdekken dat het tijdelijke voorbijgaande paradoxaal genoeg opnieuw waarde krijgt.

Alleen samen kon dit. Drie dagen alleen zijn om een klein beetje te leren loslaten. Drie dagen samen zijn met de Heer om Hem iets steviger vast te grijpen. De reis is gemaakt. Ik ben weer thuis. De bestemming heb ik net niet bereikt, maar het doel wel.

Wie buiten U heb ik in de hemel?
Naast U wens ik geen ander op aarde.

Psalm 73:25

2 comments

  1. Beste Mark-Jan, ik ben zeer onder de indruk van dit verslag van je fietstocht en de reden waarom je deze tocht hebt ondernomen. Je hebt het vermogen om je gedachten en gevoelens heel treffend te verwoorden. Heel mooi dat je je doel bereikt hebt.
    Wij kennen elkaar niet, maar ik heb je vader en moeder leren kennen in de jaren dat hij op de zondagochtend samenkomsten bij ons in de gemeente sprak. Dit was in de evangelische gemeente de Bazuin in Hoek van Holland. Zijn plotseling geopenbaarde ziekte was een grote schok. Vrij kort daarvoor had ik hem nog gesproken. Vol levenslust en enthousiasme zoals jij hem natuurlijk ook kent. Hij vertelde in zijn preek toen ook over de gezamenlijke fietstochten die jullie ondernamen.
    We werden regelmatig op de hoogte gehouden van het verloop van zijn ziekte. De manier waarop zij dat deden was bewonderenswaardig. Evenals de manier waarop jullie met elkaar de afscheidsdienst vorm en inhoud hebben gegeven. Het was een getuigenis met grote impact.
    Ik hoop van harte dat ook je moeder de rust in God heeft gevonden. Wil je haar mijn hartelijke groet overbrengen.
    Peter Weverling

    1. Hoi Peter, bedankt voor je reactie en het delen van de mooie herinnering. Ik zal je reactie ook aan mijn moeder laten lezen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s