Nura zat verloren op een harde, houten stoel tussen de verder lege stoelen die schots en scheef om haar heen stonden. Ik bekeek haar van een afstand. Met het verstrijken van de jaren was zij een mooie meid geworden. Haar zwarte haar hing sluiks rondom haar bleke gezicht. Voor de gelegenheid had zij haar vaste outfit van een smoezelige trainingsjackie en afgetrapte sportschoenen verruild voor zwarte pumps onder een chique, rood jurkje dat niet alleen haar slanke figuur maar ook haar eenzame verschijning benadrukte. Was dit hetzelfde meisje als Nura die vijf jaar geleden van mijn eerste jaar voor de klas een ware vuurproef had gemaakt?
Ik dacht aan de vele klagende ouders die tijdens de tienminutengesprekken niet alleen de vorderingen van hun eigen kind met mij bespraken maar ook steevast Nura ter sprake brachten. Was zij ook het meisje waarvoor eens een grote groep leerlingen van andere scholen voor ons plein te hoop was gelopen om een conflict met haar te beslechten?
Ze draaide op haar stoel alsof ze niet kon beslissen of ze zou blijven zitten, weg zou gaan of zich alsnog bij de anderen zou voegen. Ik kon bijna niet geloven dat dit onzekere meisje het eens zo bont had gemaakt in de schoolbus dat mijn collega haar er gewoon heeft uitgezet. Een uur later werd de school gebeld door een agent die Nura slenterend langs de weg had gevonden. Hij weigerde haar naar school te brengen. Hij wilde niet dat hele eind alleen met een meisje van veertien in de auto zitten. Met de inmiddels lege schoolbus ben ik teruggereden om Nura weer op te pikken. Uiterlijk foeterend, innerlijk gniffelend.
Terwijl het gerinkel van glazen en geroezemoes van stemmen steeds luider begon te klinken, liep ik naar Nura toe en boog mij voorover om haar te groeten. We wisselden wat oppervlakkigheden uit en ondertussen keek ik naar de andere leerlingen achter haar, die trots naast hun ouders stonden met een diploma in hun hand. Velen van hen waren op enig moment wel het slachtoffer van Nura geweest. Zo eindigt het verhaal dus, bedacht ik mij. Zij daar en Nura hier. Alleen. Zonder diploma en zonder ouders. Het een moest met het ander te maken hebben in haar cultuur die geboetseerd wordt door de krachten van trots en schaamte. Ik sloot ons korte gesprek af door Nura succes te wensen met haar toekomst en mengde mij tussen de andere leerlingen. Het was de laatste keer dat we elkaar heb gesproken. Soms zie ik Nura nog. Dan staat ze bij het stoplicht naast de bushalte. Ik heb gehoord dat het haar gelukt is om op een vervolgopleiding aangenomen te worden. Goed voor haar. Als zij mij ook ziet, zwaaien we en lachen we naar elkaar. Alleen maar omdat we elkaar kennen en een verleden met elkaar hebben. Een heel klein verleden, niet meer dan een vervlogen en vervagende herinnering.
Vanmiddag liep mijn broer en tevens oud-collega even binnen en bij de ruimte van de conciërge viel ons oog op de portofoons. We haalden de tijd op waarin we hadden geprobeerd om leerlingen zelf in te zetten als pleinwacht. Het echte werk met een fluoriserend hesje om en een portofoon aan de riem voor het geval er versterking nodig zou zijn. In zijn allereerste pauze als pleinwacht had een van onze ‘beveiligers’ al een andere leerling een tik gegeven. Er werd namelijk niet naar hem geluisterd. Einde project. We lachten erom en met weemoed vroegen we ons af waar dit soort leerlingen toch gebleven zijn. Juist zij, die leerlingen die kleurrijk zijn in hun roekeloosheid, maken van het onderwijs zo’n bijzondere plek om te werken. Soms passeer ik zo’n kleurrijke oud-leerling in de stad en dan roepen we elkaar toe, baldadig als oude vrienden. Even weten we ons kleine, gedeelde verleden te vangen in het moment van passeren en dan laten we het weer los. Zo heb ik in de afgelopen acht jaar talloze flarden van herinneringen opgedaan die zich hebben samengevoegd tot een ruw mozaïek en mij mede hebben gevormd tot de docent die ik nu ben.
Het stoplicht springt op groen en ik steek nog een keer mijn hand op. Ze glimlacht weer en zwaait terug. Zij heet trouwens geen Nura, maar dat weet zij zelf wel. En weg is het moment.
Een herinnering. Mooi!