Rouwen is als het sluiten van een deur die niet meer goed dicht gaat. Er lijkt altijd iets tussen te zitten waardoor de deur knerpend open blijft gaan en het verdriet opnieuw snijdend binnenkomt – mijn vader is echt dood. De ene keer ram ik de deur met geweld dicht en blijf ik er huilend van frustratie tegenaan staan. De andere keer probeer ik de deur voorzichtig en heel langzaam te sluiten, op mijn knieën, met een oog dichtgeknepen om te zien waar het precies misgaat. Het baat allemaal niets, zodra ik wegloop hoor ik hem weer opengaan. Soms staar ik op enige afstand naar de deur in het besef dat die lelijke kier op den duur zal gaan wennen. De deur zal nooit meer helemaal sluiten, maar als ik er niet aan denk, zal ik het niet meer zien. Soms storm ik op de deur af en ruk hem open in een wild verlangen dat mijn vader gewoon weer binnen komt lopen, niet voor even maar voor goed.

Vrijdag is het onze vijftigste dag van rouw. Vijftig dagen die als golven op en neer gingen. Het idee dat iemand dood gaat is van een totaal andere orde dan het besef dat iemand dood is. Achteraf gezien leken de drieënvijftig dagen tussen het bericht van zijn terminale toestand en het overlijden van mijn vader te vliegen, terwijl de vijftig dagen na zijn dood leken te kruipen. Dingen die je van tevoren had kunnen bedenken, komen opeens met een veel heftiger besef binnen. Wat was hij eigenlijk verschrikkelijk jong. Pas zesenzestig jaar! Wat is het onwerkelijk dat hij er niet meer is. Oh, wat mis ik die man! Die man, mijn vader.
Op zijn eigen verzoek heb ik kort na zijn overlijden zijn bibliotheek geruimd en grotendeels bij mij thuis ingeruimd. Aanvankelijk was ik daar minder emotioneel onder dan ik had gedacht, maar die zondagmiddag dat ik doos na doos uitpakte en inruimde, hoorde ik voortdurend zijn stem. Bij ieder boek wist ik wel wat hij erover zou vertellen, in welke fase van zijn denken hij het had gelezen en hoe het hem had gevormd. Met name de opschriften die hij vroeger gewend was voorin te schrijven, maakten diepe sneden van herinnering: van mijn zus, van opa, van pa en ma, gekocht op de grote vergadering. Ik voelde het de hele middag al aankomen en na de laatste doos was het onvermijdelijk. Ik heb hartgrondig staan huilen. Die deur gaat nooit meer helemaal dicht. Dat kan gewoon niet en ik wil het ook niet.
Mijn vader overleed vlak voor de feestmaand december. Veel mensen wensten ons sterkte ‘vooral tijdens de feestdagen’. Hoewel ik hun goede bedoelingen begreep, had ik daar niet veel mee – alsof het op andere momenten van het jaar minder erg is dat mijn vader er niet meer is – tot Oudejaarsavond kwam. Zoals gebruikelijk deelden wij als gezin de hoogte- en dieptepunten met elkaar en als door een harde windvlaag klapte de deur van rouw weer open. Het hele jaar leek samengebald te zijn in mijn vader. 2014 was niet alleen het jaar van zijn overlijden, maar ook het jaar van de laatste keer samen fietsen, samen een Bijbelstudie doorspreken, samen voetballen (‘opa had toch beloofd dat we zouden gaan voetballen als hij weer beter was’), samen een familieweekend doorbrengen, samen ons hart delen. We sloten onze pijnlijke en toch mooie terugblik af met psalm 90 en, zoals mijn vader gewend was te doen, met de eerste twee verzen van psalm 91. Net als ieder jaar, maar dit jaar huilden wij erbij.
Heere, U bent ons een toevlucht geweest van generatie op generatie..De dagen van onze jaren: daarin zijn zeventig jaren…Leer ons zó onze dagen tellen, dat wij een wijs hart verkrijgen. Keer terug, Heere, hoelang nog?…De lieflijkheid van de Heere, onze God, zij over ons; bevestig het werk van onze handen over ons…Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten, zal vernachten in de schaduw van de Almachtige…Mijn toevlucht en mijn burcht, mijn God, op Wie ik vertrouw!
Hoe lang duurt een rouwperiode eigenlijk? Ik merk de behoefte om iets af te sluiten. Misschien is het een tevergeefse poging om die nooit sluitende deur toch weer dicht te doen. In ieder geval wil ik afronden wat ik opschreef voor het overlijden van mijn vader. Daarna ga ik verder en laat die deur voor wat hij is.
Vijftig dagen is een bijzondere Bijbelse periode. Ieder jaar vierde het volk Israël het Pascha, waarmee zij hun verlossing uit Egypte herdachten. Precies vijftig dagen daarna vierden zij het wekenfeest, een vreugdevol oogstfeest waarin de eerste vruchten van de tarweoogst aan de Here God werden aangeboden. In het Nieuwe Testament vinden wij een bijzondere tegenhanger van deze periode. Tijdens het Joodse Pascha stierf de Heer Jezus aan het kruis en stond Hij op uit de dood. Precies vijftig dagen daarna werd de Heilige Geest uitgestort op Zijn gelovige volgelingen. De gave van de Heilige Geest – de vervulling van de belofte die teruggreep op de dood en opstanding van de Heer Jezus én een nieuw begin, een voorschot op de komende verlossing van ons lichaam, de opstanding uit de dood dus! Dat is de belofte van de vijftigste (‘pentecostal’ of ‘pinkster’) dag.
Dit brengt brengt mij terug bij de troost die wij mochten delen op de begrafenis van mijn vader. Zijn geloof in de Heer Jezus had hem al het eeuwige leven gegeven. Hij is nu, in de tijd tussen zijn lichamelijke sterven en zijn lichamelijke opstanding, in de tussentoestand die wij hemel noemen. Het verlangen van de Heer Jezus dat wij bij Hem zijn, is voor mijn vader al op een bijzondere manier vervuld en samen, wij aan deze en hij aan gene zijde, wachten wij op de vervulling van die laatste belofte: de opstanding uit de dood.
De deur wil inderdaad niet meer sluiten. Het is echter geen kier van rouw die open blijft, maar een kier van belofte. Eens zal de Geest van leven de deur met onstuitbare kracht doen open zwaaien. Het dodenrijk zal zijn doden moeten opgeven, wanneer de Heer Jezus komt uit de hemelen, waaruit wij Hem verwachten. De vijftigste dag van rouw is ook weer de eerste dag van hoop.
Lieve Mark, ik ben zeer onroerd door wat schrijft, elk moment mis ik papa zo enorm dat het pijn doet.
God maakt ons dal tot een deur der hoop..Hosea 2:14
Laten we die hoop vasthouden!
Liefs,mam
Mark-Jan, het verlies van jouw vader is een herinnering aan het worden, die voor mij in het terug kijken van bv foto’s een rilling geeft. Ook al was hij niet meer dagelijks in mijn leven toch mis ik hem! Te jong in mijn beleving, het liefst wil je dat iedereen 100 wordt! Een herinnering in liefde, trouw en geloof. Hoe mooi is het dan om te lezen en ik weer die rilling voel. Hij wordt gemist in welke hoedanigheid dan ook!
Ik rouw in stilte, maar weet Mark-Jan, hou vast aan de kier van de deur, die ooit dat brengt waar je als gelovige op wacht!
Anneke.
Mark-Jan, wat een ontroerend verhaal. Niet alleen je verdriet spreekt hier uit, maar ook die grote liefde voor je vader.
De deur gaat niet dicht.
Wonderlijk dat je dit schrijft.
Je vader heeft bij mij ook een deur geopend.
Een deur die zicht geeft op een heel ander leven als wat ik dacht dat er was.
Een deur waardoor ik ineens zicht kreeg op Jezus, op hoop , op de Liefde van God.
Door zijn enorme liefde voor God, het vuur waarmee je vader daarover kon vertellen, heb ik een andere God leren kennen.
Mark-Jan, voor mij is het een kier waardoor er zicht blijft op hoop, verlossing en zicht op de Liefde van God. Een kier waardoor de herinneringen zichtbaar blijven aan zo’n uitzonderlijke man.
Ik hoop dat die deur open blijft….
Dat door die kier Gods Licht je levenspad mag beschijnen …..
Cor
Een mooie herinnering, Cor. Dank je wel.