Enkele maanden geleden schreef ik het bericht ‘Leven aan het uiteinde van de aarde’. Als inwoner van Alphen aan den Rijn, vroeger een grensstad van het Romeinse Rijk, trof het mij dat waar ooit de Romeinse keizer zich liet aanbidden als heer en god, Jezus zijn discipelen heen stuurde om het evangelie te brengen. Ik werd mij bewust van de noodzaak om de visie en missie van de Hemelse Heer en God voor Alphen aan den Rijn te leren kennen. En nu heb ik hem ontdekt!

Bij het bestuderen van de brieven van Paulus aan Timotheüs trof het mij dat de eerste brief een groot pleidooi is om gelovigen de betekenis van de plaatselijke gemeente te doen kennen. Te vaak heb ik deze brief slechts beschouwd als een checklist om te bepalen of een gemeente het goed deed wat betreft bijvoorbeeld de plaats van oudsten of van vrouwen. Maar ik weet nu dat dit niet het belangrijkste punt van de brief is. Paulus voert een vurig betoog om Timotheüs (en de overige gemeenteleden) er van te overtuigen welke krachtige plaats de gemeente inneemt in de wereld: de gemeente is de pilaar en grondslag van de waarheid (1Timotheüs 3:15). Deze waarheid is echter geen ingewikkelde theorie noch een flitsend, of juist orthodox gemeentemodel. Nee, de waarheid is dat Christus Jezus naar de aarde is gekomen om zondaars te redden (1Timotheüs 1:15). Als Paulus vervolgens Timotheüs instrueert over het functioneren van de gemeente, dan begint hij met de allerbelangrijkste taak van de gemeente: bid voor alle mensen, opdat wij rustig, ongestoord en vroom kunnen leven. Dit vindt God prettig, want Hij wil dat alle mensen gered worden en de waarheid leren kennen (1Timotheüs 2:1-4). God heeft maar één visie voor Alphen aan de Rijn: Hij wil dat alle inwoners van deze stad gered worden en de waarheid leren kennen. God heeft maar één missie voor Alphen aan den Rijn: Hij heeft de plaatselijke gemeente daar geplaatst om deze waarheid te dragen.

God wil het (Deus vult). In de Middeleeuwen was dit de strijdkreet van de kerk, die zich de gemeente van God noemde, om vervolgens duizenden Arabieren, Joden en zelfs medechristenen af te slachten. Hadden ze maar beter geluisterd naar de eenvoudige woorden van het Woord van God. Maar luisteren wij, de tegenwoordige gemeente van God, wel goed genoeg naar Zijn Woord?